“Montane Legends Trail is like a box of chocolates, you never know what you’re gonna get”

Montane Legends Trail 2020 – 500 km / 15.000 hoogtemeters

Al vijf jaar hebben we het nog steeds over de allereerste legendarische Montane Legends Trail editie van 2016. Het was nieuw in de Benelux en zeker de Ardennen; een 250 km wedstrijd in de winter over vaak moeilijk begaanbare paden of doorsteken waar geen pad te bekennen was. Dit werd de nieuwe referentie voor velen en de jaren erna bleek het niet makkelijker te worden. De eerste editie ben ik gestrand op CP3 wat rond de 150 km lag. Deze eerste editie heb ik veel geleerd en de drie edities erna heb ik zonder al teveel problemen gefinished. Elke editie was anders met zelfs een editie die de boeken in ging als de ijseditie.

Ongeveer een jaar geleden werd bekend gemaakt dat er iets speciaals aan zou komen voor de 5e editie, maar wat werd nog niet bekend gemaakt. Niet veel later kwam naar buiten dat het om een dubbele afstand zou gaan. We hebben in de voorbije jaren wel vaker hierover gegrapt maar nu wordt het ineens eng realistisch.  De dag dat de inschrijving opende schreven Marek en ik met nog een handjevol lopers van het eerste uur zich zonder aarzelen direct in. Kwalificatie races waren niet mis en de minimale vereiste was een eerdere deelname aan de Legends Trail 250… een minimale 🙂

Begin april was het zo ver en de aanbetaling was gedaan… het point of no return waren we voorbij en het idee van 500 km door de winterse Ardennen ging indalen. Het was meer het idee omdat er niet wezenlijk anders getraind kon worden dan anders. Ik heb zelf dan nog enkele races in het verschiet zoals Another One Bites The Dust (rondjes rennen zonder einde) en de 300 km King Offa’s Dyke Race over de grens tussen Wales en Engeland. Ik heb die periode te kampen met een liesblessure en moet sowieso behouden lopen in trainingen en wedstrijden. Het is dus meer een kwestie van slimmer trainen en meer de nadruk op hoe de kilometers te volbrengen dan lukraak kilometers wegtikken.

Enkele trainingsloopjes zoals die we gedurende een nachtje in Lanaken en bij onze Duitse vrienden in Aachen gedaan hebben, waren een mooie aanvulling op de nachtelijke Hoge Venen trainingen die we deden. Hoge Venen was belangrijk omdat we wisten dat er 80 km van dit mooie gebied in zou zitten.
Kilometers maken met een rugzak van ruim 7 kg in soortgelijk terrein is belangrijker dan meer kilometers op snelheid. Tijdens de 500 km Legends Trail eind februari zou het immers ook een stuk langzamer gaan en omdat de afstand tussen checkpoints groot is en er zal dus meer gewicht op je schouders rusten. Autonomie zou een belangrijk onderdeel zijn van het spel dat Tim de Vriendt en team voor ons heeft bedacht.

We weten in ieder geval wat ons te wachten staat en verschijnen 22 februari om 8 uur in de ochtend aan de start in Mormont. De weersvooruitzichten waren alles behalve rooskleurig te noemen en ons werd al ingefluisterd dat het terrein er niet al te best bij zou liggen. Dat laatste werden we niet echt zenuwachtig van omdat dat inherent is aan de Legends Trail. Maar het weer daarentegen zou heel de week stormachtig zijn met de eerste dagen veel regen en wind en later in de week veel sneeuw. Zeker later in de week als we richting de Hoge Venen gaan.
Dit bij elkaar een goed recept voor een nog legendarischere Legends Trail dan de eerste editie 5 jaar geleden. Dat werd het!

De avond voor de start zwaaien we de 250 km lopers uit en steken we ze nog een hart onder de riem. We wisten dat veel lopers die op de startlijst stonden uit zouden vallen en dat het op die kortere afstand een waar slagveld zou worden. Enkelen hadden er echt niets te zoeken. Kwestie van te weinig ervaring en verkeerde mindset. Iets dat wat we uit konden maken van de vragen die we de weken ervoor kregen via de sociale media of anders. Zaken die je echt al lang onder controle moest hebben kwamen twee weken van tevoren nog aan bod. Enkelen hadden echt het idee dat ze een wat langer Ardennen trailtje zouden gaan lopen.
Het verhaal van Theo Lamers (Safety Team) over een loper die in het begin uit de race gehaald werd hebben we nog veel over gegrapt. “Al die smalle paadjes kunt je helemaal niet goed op hardlopen” was zijn opmerking nadat hij al vrij vroeg ergens van het parcours werd geplukt. Typisch gevalletje van geen voorbereiding 🙂

Na de start van de 250 km zijn de meeste 500 km lopers al aanwezig op HQ en we krijgen de officiële breefing van Tim de Vriendt (Racedirector), Geert Meese (Medical) , Stu Westfield (Safety).

Breefing…

Zoals Geert aangeeft in zijn breefing is het alsof hij voor een groep eerstejaars studenten denk te verschijnen en iets uit moet gaan leggen en merkt dat ze allemaal al lang afgestudeerd zijn en geen uitleg meer nodig hebben. Het is meer een herhaling van feiten dat voor velen al ingeslepen routine is. De stemming is goed en iedereen zit aan het bier alsof er de volgende dag niet noemenswaardig gelopen hoeft te worden. Marek en ik zijn ‘verstandig’ en na een biertje of wat vertrekken we naar ons B&B in de buurt om nog een laatste fatsoenlijke nacht te hebben. We controleren nog een laatste keer ons racevest en dropbag en genieten een laatste biertje en nachtrust.

De volgende ochtend gaat alles routinematig en snel. Voor we er erg in hebben lopen we de eerste ongemakkelijke kilometers.
De route wijkt al vrij snel af van het gebruikelijke stuk langs de Ourthe en we komen tot het besef dat we nog een week in de Ardennen moeten doorbrengen. Hoe dit avontuur zich gaat ontwikkelen weten we nog niet. We weten uit ervaring dat je de planning die je eerder gemaakt hebt juist meer is om één van de vele mogelijke scenario’s in kaart te brengen dat gaandeweg meestal een erg optimistische blijkt te zijn. Het is toch uiteindelijk anticiperen op situaties waarin je terecht komt en een manier moet vinden om door te gaan.

5 minuten voor de start

Het is nog onduidelijk wat er gaat gebeuren en het is teveel om achteraf allemaal te beschrijven. Als het al te beschrijven valt omdat het een fysieke en mentale rollercoaster is waar je ver voorbij het naadje gaat en jezelf steeds weer bij elkaar moet zien te rapen om jezelf gaandeweg weer uit elkaar te zien vallen. Het jojoën tussen de hoogtepunten en dieptepunten is wat meerdaagse lange afstand ultraraces zo mooi maakt. Je leert dat er altijd weer een oplossing en een uitweg is en dat je altijd verder kunt. Hoe verder je in de race komt hoe primitiever het wordt en hoe meer je oerinstincten de overhand nemen. De reis door het gebied waar het zich afspeelt en de weersomstandigheden maken het geheel tot wat een race zich kenmerkt. Dit samen met medelopers ondergaan is een speciaal iets en bind mensen en creëert vriendschappen voor het leven. De dingen die je meemaakt zijn enkel te bevatten door de mensen die het van dichtbij meegemaakt hebben en het maakt je een ander mens.

Bijna 36 uur onderweg…

Het doel is deze race helemaal samen met Marek te lopen. Samen starten, samen uitlopen en zo niet dan ook samen uitstappen. Dat zou dan ook meteen de extra motivator zijn om door te gaan als alles volledig de afgrond in zou gaan. Elkaar ondersteunen en samen altijd naar een uitweg zoeken om door te gaan. Gelukkig lopen we al ruim tien jaar samen en zijn we samen gegroeid naar het niveau waar we nu staan. We grappen wel eens dat we elkaar misschien beter kennen dan onze eigen vrouwen ons kennen en dat zal op sommige vlakken zomaar kunnen.

Deze editie is voor ons op te delen in drie fases.

De bewustwording van de afstand en het op scherp zetten
Het weer dat we de eerste twee etappes meemaken en ons materiaal op de proef stelt zorgt ervoor dat we alle zeilen bij moeten zetten. Mentaal was het ook even doorschakelen. Een oude blessure van Marek begint ineens op te spelen. Hardlopen maakt het al snel onmogelijk met de knie van Marek en we moeten plannen bijstellen. Lekkere gedachte dat je nog 400+ km moet. Idee is om op het aankomend checkpoint eerst maar eens de nodige rust te pakken en te zien wat de medische staf ervan zal zeggen. Met wat slierten blauwe tape om de knie en de nodige uren slaap vertrekken we uiteindelijk weer. Al snel komt de pijn terug bij Marek maar op een gegeven moment vinden we een modus waarmee het onder controle lijkt te zijn en de moraal stijgt weer. Het was even een kritiek punt in de race.

Beetje blauwe tape doet wonderen

Van de regen in de drup
Ergens halverwege is het mijn beurt waar we te kampen krijgen met een ongemakje. Doordat we minder hard lopen en de iets andere belasting van mijn voeten krijg ik waarschijnlijk een blaar onder mijn linker voet waar ik er nog nooit eentje gehad heb. Nog een etappe verder en een hoop modder en nattigheid gaat de blaar waarschijnlijk ontsteken en de pijn wordt tijdens het lopen steeds ondraaglijker. Ondanks dat ik mijn voeten zelf het beste ken en ze zelf altijd verzorg vraag ik ergens halverwege op een checkpoint toch wat advies van een medic. We kijken ernaar en als ik er een injectienaald in prik en erop druk spuit een bruine smurrie rakelings langs ons. Het was nog maar een dag of drie gaf hij aan en ik kon er nog wel even mee verder. Met het RAS verhaal van Martino in mijn achterhoofd was dat in ieder geval het antwoord dat ik nodig had. Veel erger dan Martino’s verhaal kon het in ieder geval niet worden. De oplossing waarmee deze medic kwam bleek niet de juiste en na 20 km moest ik ergens mijn schoenen uit doen om het oplapwerk aan te passen. De druk was er daarna gelukkig iets af en het ging van daar weer iets beter. Het stuk Chefna / Ninglinspo was voor mij een tien uur durende hel maar uiteindelijk ebde de pijn weg en werd het draaglijk. Dit was ook ongeveer het moment dat Marek zijn volle vertrouwen en vastberadenheid van slagen weer terug had en de volle motivatie was weer helemaal terug bij ons beiden. Dus na 300 km zaten we eindelijk lekker in de race en kwam het plezier terug. We konden onze veters nu eindelijk goed strikken en de race lopen zoals we het voor ogen hadden.

Voeten verzorgen…

Winterwonderland
Boven op het plateau van de Ninglinspo aangekomen maakt de regen plaats voor sneeuw. De pijn onder mijn voet gaat over in een aanwezig maar niet hinderlijke variant en we hoeven nog maar een kleine 200 kilometer te gaan.

Winterwonderland…

Doordat we de eerste 300 kilometer redelijk met de rem erop gelopen hebben en de spieren dus erg gespaard hebben, merken we dat we niets vertragen en zelfs nog goed door kunnen pakken. Uren onafgebroken zonder micropauzes doorlopen houden we goed vol en slaapdips hebben we niet doordat we elke nacht een paar uurtjes geslapen hebben. Gelukkig maar want checkpoint 5 ligt richting de 360 km en we moeten dus nog een stukje.

Eerste omleiding gemist
Eerste omleiding gemist

De sneeuw wordt steeds meer en hele stukken lopen we tot onze knieën in de sneeuw. De eerste omleiding missen we en we lopen onder hoogspanningsmasten door een breed en erg drassig veengebied in. We kennen het van een verkenningsloopje twee jaar terug en weten dat er stukken zijn waar je serieus in weg zult zakken.

Ondertussen is ons strijdtoneel van een duistere grauwe Ardennen omgetoverd tot een sprookjesachtig wit tafereel waar we tijd en afstand vergeten. Voor we er erg in hebben komen we op checkpoint 5. Dit is het voorlaatste checkpoint waar we op moeten laden voor de zware etappe door de Hoge Venen. Het is een vijandig gebied waar weinig tot geen telefoonbereik is en waar ondertussen de sneeuw ervoor gezorgd heeft dat het meer een expeditie achtige etappe gaat worden. Stef zou het ’type 2′ fun noemen. We krijgen van de wedstrijdleiding te horen dat we uit veiligheidsoverweging met minimaal drie personen moeten vertrekken. De enkele toegangswegen die er zijn, zijn niet meer toegankelijk en hulp kan uren duren als er iets zou gebeuren. Onderkoeling of erger ligt op de loer als het even niet vooruit zal gaan.

Marek en ik spreken af deze etappe samen te lopen met bekenden Harold Bosman, Robin Kinsbergen en Steven Machiels. Vlak voor vertrek krijgen we door dat er nog een onbekende Franstalige Belg (Frederic Gofflot) en Pool (Tadeusz Podraza) aan zullen sluiten. We vertrekken net na middernacht en moeten nog een heel stuk in het donker lopen. In eerste instantie was het een mindere situatie omdat we de Pool en de Belg niet kenden maar na nog geen 10 kilometer bleken onze bekende vrienden niet aan te kunnen sluiten bij ons tempo en leek het Robin een prima idee om de groep op te splitsen.

Signal de Botrange – Hoogste punt België 700 mtr

De keuze bleek een juiste, Marek, de Belg, de Pool en ik bleken een super team te zijn. Waar Marek en ik voornamelijk het kopwerk van de groep op ons nemen blijken ze ook erg goed mee te werken in het navigatiewerk. Dit zorgde ervoor dat we zonder al te veel woorden en vertraging een erg snelle tijd van iets meer dan 18 uurtjes nodig hadden voor deze etappe. Later bleek dat wij de snelste sneeuw etappe hebben neergezet. Misschien ook wel omdat Marek en ik het gebied goed kennen daar.

Micropauze met Frederic en Tadeusz

Op het 400 km punt hebben we een kleine pauze ingelast om een blik knakworsten open te trekken. De Belg trekt onder zijn poncho een blik Jupiler vandaan en het was wel duidelijk dat we raakvlakken hebben. Na vijf minuten waren we weer op pad en toen we dachten aan het einde van de voorlaatste etappe te zijn werden we verrast door erg steile hellingen omlaag en weer omhoog. Al waren het nog maar iets van 5 km, er leek geen einde aan te komen. Één van de hellingen was alsof we in een treintje met z’n vieren dicht achter elkaar een oneindige trap op liepen. Toen ik op een gegeven moment even om keek om te zien of we nog gevolgd werden zat Tadeusz nog geen paar centimeter achter mij. Door het weer hoorden we elkaar amper.

Tadeusz Podraza

Vlak voor checkpoint 6 zie ik aan het einde van het pad ineens 2 schimmen… een kleine en een wat grotere. Ik had het idee dat Linda en haar moeder wel ergens tegen het einde zouden komen kijken maar had ze niet al hier in de race verwacht. Leuke verrassing en wel fijn om ze te zien op het checkpoint. Op het CP draaiden we ons ritueel weer af  en Linda & moeder wisten uit ervaring dat we weinig tijd hebben om te socializen en nemen het werk van vrijwilligers over op dat moment. We slapen 2 uurtjes en zijn in totaal 3,5 uur binnen. Ze maken nog een laatste foto, zwaaien ons uit en we zien ze pas terug bij de finish.

Vertrek van checkpoint 6

De laatste etappe is een niet te onderschatten stuk van nog een kleine 70 kilometer waar we iets meer te maken krijgen met slaapdeprivatie. Bijna een week weinig tot geen slaap en redelijke inspanning begint toch zijn tol te eisen. Voor Marek ontstaat er ergens een gat van twee uur dat hij niet meer voor ogen kan halen. Het is een stuk waar hij regelmatig ergens wil gaan zitten om een minuut of wat te slapen. Hij loopt voorop en ik maan hem aan door te lopen. Slapen is nu geen optie omdat we vermoeid zijn en de kou snel grip kan krijgen op je al gekoelde lijf en je in een minder prettige situatie duwt. Door de sneeuw en vaak natte ondergrond trekt de kou langzaam je benen in en is het belangrijk je core op temperatuur te houden. Lukt dit niet dan krijg je snel te maken met onderkoeling. Niet dat dat ons in dit laatste stuk nog uit het veld had geslagen maar het was zeker een minder prettige finish geweest.

Powernap Maarten…
Powernap Marek…

Langzaam maakt de sneeuw steeds meer plaatst voor natte papsneeuw waar we doorheen schoppen. De laatste kilometers lopen we over een pad dat vanuit de naastgelegen weilanden gevuld wordt met smeltwater. Het is een pijnlijk pad. De puntige stenen prikken in onze voetzolen en het koude water activeert de zenuwen die al enkele dagen de hoop hebben opgegeven en nog maar weinig signalen afgeven. De pijntjes komen zo hard opzetten dat het aftellen van de kilometers heel erg traag gaat. We hoeven er nog maar een paar.

Gelukkig zijn we er nu echt bijna en de stal is in zicht. We hebben het gehaald! Het besef van de onderneming moeten we nog verwerken en we zullen nog wel even kunnen teren op de euforie van het uitlopen van ons avontuur. Doel was samen finishen en niets heeft ons uit het veld geslagen.

Rond 15:30 finishen wij en is het is verder die dag en avond op de finishlocatie zitten en bier drinken. Je ogen vallen zo nu en dan dicht en gaan weer open als er weer een nieuw biertje wordt aangereikt. Rond 23:00 is het ver klaar en kruipen we in bed om eindelijk zonder wekker te kunnen slapen en wakker te worden zonder weer te moeten opstarten.

Rond 04:00 in de nacht word ik wakker om wat bier te lozen en beneden hoor dat de groep die achter ons binnen kwam er zit. Ik ga toch nog even kijken om ze te begroeten. Na de nodige bieren, felicitaties en verhalen kruip ik om 6:00 weer in bed en rond 09:00 vertrek ik met Olav richting Nederland en beseffen we nog maar half wat we gedaan hebben.

Het was een ongekende ultrarace die de 2016 editie zwaar overtroffen heeft. Veel herinneringen aan zware en erg mooie momenten. De dagelijkse video update die wij van onderweg de wereld in hielpen was voor ons vaak een momentje van rust en contact met aarde alsof we op ruimtemissie waren. Na zo’n week op jezelf is het weer serieus landen in de maatschappij waar mensen zich druk maken om futiliteiten die er echt totaal niet toe doen. Het resocialiseren kan beginnen en als ik de 15 cm grote medaille zie liggen denk ik vaak even aan hoe simpel het leven eigenlijk kan zijn.


De nodige foto’s in een FB album: https://www.facebook.com/maarten.schon/media_set?set=a.3104766219576197&type=3


De video van ons avontuur:


Verslag van Marek: https://www.acceptnolimits.eu/legends-500-waanzin-in-de-ardennen/


Ik kan iedereen wel weer bedanken maar vergeet er dan waarschijnlijk een hoop. Maar toch special thanks aan Harry de Vries voor het lenen van zijn stokken waarvan ik er na 20 km in de 6e etappe nog eentje brak en Tim Weißbach voor het ‘No Coke’ momentje die ons na zijn eerste 250 km finish op kwam zoeken in de sneeuw.

No Coke…