Legends 500, waanzin in de Ardennen

Daar staan we dan op zaterdagochtend 22 februari iets voor 8:00 uur in Mormont. Zo goed als iedereen die ik ken heb ik wel even gesproken en aardig wat deelnemende titanen geven ook aan nerveus te zijn, terwijl zij dat al jaren niet meer zijn. Stiekem weten we ongeveer waar we aan gaan beginnen. 50 lopers met bergen ervaring in loodzware races. Maar wie kan de ellende van Legends 504k winterse Ardennen overwinnen en wie wordt neergesabeld en staat niet meer op?

Het Opwarmertje 22-02

Start –> CP1, afstand 83k, (0 –> 83)

Tim telt af en de groep zet zich in beweging. Maarten en ik zullen deze monstertocht samen gaan afleggen indien mogelijk. Al snel lopen we langs de oevers van Ourthe over de welbekende boomwortels en klauteren we regelmatig over omgevallen bomen en rotspartijen omdat het water zo hoog staat. Het weer is goed en het tempo zit er lekker in. Zo nu en dan grapt iemand iets over de nog af te leggen kilometers, maar echt beseffen doen we het niet. We buffelen maar door zonder pauze en pakken onze eerste paar minuten pauze na een uurtje of zes, de kop is eraf. Maar het voelt niet alsof de kop eraf is, het voelt alsof we nog helemaal nergens zijn en daarom willen we snel door naar het checkpoint. Na 10 uren zwoegen komen we weer in de beschaving terecht, in La Roche wel te verstaan. Mijn vader zit daar te wachten op een terras en we nemen een korte pauze om even te kletsen en een colaatje te drinken. 17k later denderen we CP1 binnen en grappen en grollen er op los met Yvo, aangezien deze 2-voudig Legends winnaar in onze ogen al veel verder had moeten zijn.

De Martelgang 23-02

CP1 –> CP2, afstand 81k, (83 –> 164)

Het slapen is voor geen meter gelukt en na nog wat laatste bijdehante opmerkingen lopen we naar buiten. Wederom een lekker tempo erin en doorknallen naar de volgende verzorgingspost. Werd het maar zo een feest. Na een kilometer of 10 begint er een serieuze pijn in mijn knie te ontwikkelen die ik herken van het afgelopen jaar. Een blessure die ik een maand of 14 geleden heb opgelopen en die mij het lopen sindsdien moeilijk maakt. Ik geef bij Maarten aan wat het probleem is en we minderen vaart en hiken een paar uur zonder er echt over te praten. Tis nog meer dan 400k en ik begin langzaam in een donker gat te raken met mijn gedachten. Ik ken deze pijn en ik weet dat deze ondragelijk wordt, zo ondraaglijk dat ik zal moeten stoppen. Teleurgesteld probeer ik deze reële gedachtes naar de achtergrond te werken en mij te focussen op het behalen van het volgende checkpoint. Maar mijn god wat is 70k ver als je poot niet meewerkt!

Ineens uit het niets is er een lichtpunt aan de donker hemel, Chez Ingo. Dit is een verrassingspost jaren geleden verzonnen door Ingo van de Bergh waar hamburgers, soep, soms frites en tosti’s te krijgen zijn. Ingo loopt zelf de 500k, maar zijn vrienden bemannen de post. Blij en verrast lopen we naar binnen en genieten we van de gastvrijheid, echt geweldig!

Weer op het parcours kijken we uit naar de 260k lopers die uit tegenovergestelde richting komen. Elke loper die we tegenkomen steken we een hart onder de riem en maken we even een praatje mee. Goeie afleiding van die ellendige knie.

Op 13k voor het checkpoint wordt mijn angst waarheid en neemt de pijn in mijn knie dusdanig toe dat ik even moet stoppen en niet meer normaal kan wandelen. Het tempo zakt terug naar 4km/u en ik kan alleen nog vooruit komen door mank te lopen, een soort sleepbeweging. Ik vraag mij af hoe ik in godsnaam bij het volgende checkpoint moet komen.  Maarten vraagt zo nu en dan hoe en wat en hoe het nu verder moet en ik merk zijn zorg. Ik kan alleen maar antwoorden dat ik het niet weet, maar dat er een serieuze rustpauze nodig zal zijn om mijn knie enigszins op te lappen. Langzaam bewegen we ons voort en de wind wakkert aan tot stormachtig. We krijgen slagregens en horizontale regens in de open velden waar we doorheen lopen. Vaart kunnen we niet maken, dus de kou begint vat op ons te krijgen. Ik krijg het zo koud dat Maarten aangeeft dat ik nu echt een donsjas moet aantrekken en even onttrekken we ons aan het natuurgeweld door in een kapelletje te gaan zitten. Uiteindelijk slenteren we ontgoocheld checkpoint 2 binnen en zijn onze grappen en grollen ver te zoeken.

Mijn vader vraagt hoe het gaat en ik kan slechts antwoorden dat het slecht gaat vanwege de knie. Niet veel later loopt Domique (fysio) langs en vraagt hoe het gaat. Ik leg mijn probleem aan hem uit en hij geeft aan daar wel een mogelijkheid te zien qua intapen. Nadat ik gedoucht heb, begeef ik mij naar de dienstdoende fysio en laat ik mijn knie intapen. Ik voer de druk nog een beetje op door hem te melden dat hij mijn laatste hoop is. Ingetaped en met een sprankeltje hoop ga ik naar bed voor een nacht van 7 uren.

De Onzekerheid 24-02

CP2 –> CP3, afstand 65k, (164 –> 229)

Niks forceren nu, gewoon blijven hiken op flink tempo. De eerste twee uren kom ik pijnloos door en ik krijg weer praatjes en Maarten en ik durven weer te denken aan een mogelijk finish! En dan komt de pijn terug, net zo heftig als 13k voor cp2. Ik vloek en val mentaal in een donker gat. Pijnscheuten bij elke stap en ik kan mijn knie niet meer volledig buigen. Ik strompel achter Maarten aan en we worden bijgehaald door Willemijn en Tom. Meer dan mij geluk wensen kunnen zij niet doen en Maarten en ik volgen hen op gepaste afstand. Hoe schat je je kansen in vraagt Maarten. Klein, heel klein, antwoord ik. Als deze pijn niet wegebt binnen een uur bel ik het hoofdkwartier om mij op te halen, dit trek ik niet, zeg ik. Tja, wat kan je daar nou antwoorden….

Uiteindelijk na een half uur terror, trekt het bij en lijkt mijn lichaam geaccepteerd te hebben dat ik niet wil stoppen en dat de knie maar gewoon moet gaan meewerken. Ik weet een manier te vinden om al mank lopend een aardige snelheid te behouden en de pijn dragelijk te houden en meer op de achtergrond. Echter blijft de onzekerheid de boventoon voeren. We vorderen weer gestaag en het optimisme groeit weer. Alsof de duvel ermee speelt worden we wederom een uur of twee voor het checkpoint getrakteerd op een cadeautje van de weergoden. Deze keer beginnen ze met slagregens die overgaan in natte sneeuw en hagel. We haasten ons de laatste kilometers naar het checkpoint. Maarten geeft nog aan dat het wel lekker is dat we die ff op ons dak kregen. Weten we tenminste wat ons de komende dagen te wachten staat. De weersvoorspelling liegt er niet om!

We zijn blij om op het checkpoint te zijn, de kop is er nu serieus af en mijn knie lijkt stabiel, dus er is weer ruimte voor grappen en bergen optimisme.

Het Genieten 25-02

CP3 –> CP4, afstand 66k, (229 –> 295)

Na een paar tosti’s sluipen we om 4.00u ’s morgens de nacht in voor alweer de vierde etappe. Het is inmiddels dinsdag geworden. Ik loop nog een klein beetje mank voor de zekerheid, uit angst voor de pijnscheuten, maar deze lijken toch echt verleden tijd. Langzaam wordt de wereld om ons heen wakker en de vogeltjes beginnen te fluiten. Wat een heerlijke dag, wat een prachtige omgeving, dit is genieten. En we zijn nog niet eens op de helft dus we kunnen nog dagen genieten. Maar het zou toch regenen en sneeuwen? Nog niet dus, dus lekker doorlopen en genieten. Aan het begin van de ochtend komen we door Stoumont waar we een bakker weten op 100m van de route. Bak koffie en een belegd stokbrood gooien we naar binnen waarna we de zaak besmeurd met modder achterlaten….

Goed gevuld en goed gehumeurd lopen we verder en passeren we stukken parcours van voorgaande edities, die gepaard gaan met talloze herinneringen. Al snel zien we een loper en als we hem naderen blijkt het Allan Rumbles te zijn die aan zijn laatste serieuze ultra bezig is alvorens met trail-pensioen te gaan. We praten wat en lopen een stuk met hem op. Een mooi stuk door een ontworteld bos vanwege de storm de week ervoor. Volgens onze berekening moeten we halverwege zijn en we markeren het halverwege punt door twee stokken in een boomstam te prikken. Vervolgens wachten we op Allan om hem al interviewend het halverwege punt te laten passeren. Na nog wat gebabbel en sarcasme, vervolgen we onze weg weer zonder Allan, omdat wij iets sneller lopen.

Het is een fijne dag, een mooie dag waarbij we regelmatig in het zonnetje lopen. We worden via de ons bekende Chefna naar beneden geleid en via de Ninslingspo weer omhoog geleid. Verderop passeren we nog de nodige beverdammen en lijkt het alsof er een olifantenbever aan de slag is geweest met het doorknagen van een flinke boom. Een paar uur later wandelen we CP4 binnen en begint de aflegde afstand serieuze vormen aan te nemen. Het soort van aftellen is begonnen, nog maar drie etappes te gaan.

Net als op de andere CP’s hebben we een serieuze strategie waar we ons aan houden. De vertrektijd hebben we net voor aankomst vastgelegd met een marge van maximaal een half uur. We wachten niet op anderen, maar doen volledig ons eigen ding. Bij binnenkomst regelen we in circa een uur nieuwe batterijen voor de gps en hoofdlamp. Schoenen drogen, kleding drogen. Racevest sorteren en herbevoorraden. Weerbericht checken. Kledingkeuze voor de volgende etappe maken. Eten, drinken, nog meer eten en drinken. Beetje praten met iedereen, maar je focus op je handelingen niet verliezen. Dan naar bed en een uur a anderhalf uur voor gepland vertrek opstaan. Na het opstaan (of ervoor) tanden poetsen, eten, drinken, laatste dingen racevest checken en bijvullen. Voeten intapen (Maarten). Nog meer eten en drinken en iedereen een beetje peilen hoe hij/zij in de race zit. En dan als we beiden klaar zijn de laatste kleding aan, naar buiten, nieuwe traject in de gps opstarten en gaan!

De Blaar 26-02

CP4 –> CP5, afstand 61k, (295 –> 356)

Midden in de nacht staan we weer buiten, om 2:30 om precies te zijn. We willen nog even een beetje marge opbouwen voor het traject wat hierna komt en hopen een beetje op de mogelijkheid van een daglicht finish op vrijdag. Dat betekent dus dat de onzekerheid heeft plaatsgemaakt voor optimisme en finish mogelijkheden. Echter zijn we ook niet achterlijk en weten we donders goed dat een misstap fataal is voor een positieve finish die 200k verderop ligt. We worden weer langs mooie paadjes gestuurd en gaan nu echt de Ninglinspo omhoog (moeilijk om de dagen uit elkaar te houden). Maarten vermaakt zich de hele weg omhoog met een irritante bloedneus en besmeurd daarmee de halve route. Eenmaal boven aangekomen worden we getrakteerd op sneeuw. Eindelijk de beloofde sneeuw, nu gaat het magisch worden! Ik huppel een beetje vooruit, maar krijg Maarten niet mee. Hij blijkt een meedogenloze blaar te hebben die blijdschap verjaagd en cynisme in de kaart speelt. Ik grap dat het nog maar 200k is, maar krijg hem niet echt opgebeurd. Ik weet in welk duister deel van de geest hij zich bevindt, het deel waarbij de enige uitweg acceptatie van de pijn is. Hij moppert zo nu en dan nog wat, en ik geef aan dat we eerst maar eens naar het CP moeten en we struinen verder door de sneeuw.

Het wordt wit, heel wit, alle wordt wit. Dit is echt wel heel gaaf en magisch. We passeren een serieus klote stuk waarbij je onmogelijk je voeten droog kan houden, maar kunnen het dankzij de sneeuw minimaliseren omdat de sneeuw de natte plekken verraad. Zo nu en dan schudden we ons een beetje uit om de laag sneeuw van ons af te krijgen. Verderop zien we een gestalte, waarschijnlijk iemand van de Legends. Dichterbij gekomen zien we de camera in de aanslag en horen we een stem. Dat is Tim! Niet Tim de Racedirector, maar Tim Weissbach, onze Duitse vriend die de 260 heeft gelopen en we 2 dagen terug nog een hart onder de riem hebben gestoken. Leuke opsteker hem in de middle of nowhere tegen te komen en hij heeft nog een verrassing ook. Een lege fles cola met ‘No Coke’ erop. Twee jaar geleden liep hij namelijk mee met de LEO en beloofden we hem cola. Aangekomen bij de auto bleek de cola echter op en zakte de moed hem in de schoenen. Nu was het zijn mogelijkheid om ons ‘geen’ cola te geven, geniaal! We zeggen elkaar weer gedag en vervolgen onze missie naar CP5 op 356k.

Aangekomen op CP5 spreek Frederique ons meteen aan dat er een nieuwe regel bij is gekomen. Het volgende traject moet wegens veiligheidsoverwegingen met minimaal 3 lopers in groepsverband worden afgelegd. Geen probleem voor ons en we spreken meteen met Harold, Robin en Steven af samen te vertrekken om 0:30 in de ochtend. We doen onze routine en een paar uur later staan we paraat voor de Hoge-Venen-monster-diepe-sneeuw etappe.

Sneeuw, Sneeuw, Sneeuw 27-02

CP5 –> CP6, afstand 79k, (356 –> 435)

Na een groepsfoto gaan we van start. Dit voelt toch wel een beetje als de generale etappe voor de finish. Als we hier doorheen komen, is het alleen nog een stukje uitlopen van 70k. Onze groep van 5 is versterkt door de Poolse loper Tadek (Tadeusz) en even later sluit ook de fransman Frederic aan en zijn we een groep van 7 man.

Na een paar honderd meter houdt de fransman het voor gezien en loopt bij ons weg. Niemand van ons spreekt echt Frans, dus laat maar gaan. We stappen stevig door en komen na een uurtje of twee bij Signal de Botrange, het hoogste punt van België en tevens de plek waar we serieus de Hoge Venen in zullen duiken. Tadek, Maarten en ik lopen continu iets vooruit op Harold, Robin en Steven en zij geven aan dat we moeten opsplitsen om te voorkomen dat we hen kapotlopen. Zo gezegd zo gedaan en we zetten de achtervolging in naar de fransman.

Zo nu en dan zien we zijn lampje een beetje zoekend door de Hoge Venen kruipen en langzaam lopen we op hem in. Maarten en ik kennen het gebied aardig goed en weten wanneer de rivier links of rechts moet liggen en wanneer er ongeveer een vlonderpad onder de sneeuw te vinden moet zijn. Na een uurtje houdt de fransman het voor gezien en wacht hij tot we bij hem zijn. We zijn vanaf nu een groepje van vier. We komen erachter dat Tadek zo’n beetje alles al gelopen heeft wat ver en zwaar is en merken dat hij probleemloos volgt in het zware terrein. Maarten en ik wisselen de koppositie regelmatig af en ploeteren gestaag verder door de kniediepe sneeuw. De omgeving is prachtig en geluidloos, we bevinden ons in the middle of nowhere. Ik begrijp wel waarom je hier met minimaal drie personen tegelijk doorheen moet, hulp is ver weg.

Als het licht wordt hebben we het meest onherbergzame deel van de Hoge Venen gehad en bel ik met het hoofdkwartier om te vragen of onze groepssamenstelling nog in stand gehouden moet worden of dat Maarten en ik weer samen verder kunnen. Het antwoord is dat we tot aan het volgende checkpoint samen moeten blijven. Ik had gehoopt weer op te kunnen splitsen omdat je je toch moet aanpassen en een beetje opgejaagd voelt door de anderen. Gelukkig hoeven we onze snelheid totaal niet aan te passen hebben we leuke gesprekken met Tadek. De fransman valt niet mee te communiceren, maar is verder ook geen overlast gelukkig. Op 400k geven we aan een break te willen en een verrassing te hebben. Ik trek een blik knakworsten uit mijn racevest en we knagen er alle vier tevreden een paar weg. Tot onze grote verbazing trekt de fransman een blik Jupiler uit zijn racevest, geweldig! We slaan zijn aanbod voor een paar slokken echter af, dat komt bij de finish wel.

Verder door de sneeuw buffelen voor de laatste 35k naar het checkpoint, de moraal is hoog. En dan ineens uit het niets is daar een nieuwe Chez Ingo! Deze had niet op een beter moment kunnen komen, echt geweldig! We krijgen warme soep en twee broodjes hamburger. We proppen ons vol, al zittend in een comfortabele stoel. Volgevreten stappen we de sneeuw weer in en hoeven nu nog maar 32k naar het checkpoint.

Op een afstand van 504k is 32k echt niet veel, maar onder deze omstandigheden is het moordend. Diepe sneeuw met verborgen graspollen en verborgen plassen ijswater maken het een wrede tocht. Maarten en ik blijven de koppositie nog steeds afwisselen en op zo snel mogelijk tempo doordouwen. In de verte zie ik een gestalte aankomen. Ik zie nog een gestalte, klein, springerig en zwart en ik weet genoeg. Dat is mijn vrouw, Wendy, en onze hond Gandhi. Maar waar zijn de kids? Ik ren naar ze toe en omhels mijn vrouw, wat ben ik blij haar even te zien! Wendy geeft aan dat we super snel door deze etappen heengaan en dat we nog zo helder en fris overkomen. Ik kan alleen maar beamen dat het super goed gaat. Ze wandelt een meter of 500 met ons mee tot we bij de auto zijn. Daar zijn Dana en Thygo die vol trots hun prachtige spandoek voor mij showen, schatjes! Na even kletsen en een paar dikke knuffels gaan we weer op pad, anders koelen we te veel af.

Zonder problemen ronden we onze etappe af en maken een plan voor de laatste etappe.

Op het checkpoint aangekomen staat Linda (vrouw Maarten) daar met haar moeder. Gesterkt door onze partners en kids regelen we onze zaakjes voor de laatste keer in dit knotsgekke avontuur. Mijn zoon Thygo, rent het checkpoint binnen om te vragen om ik mee kom doen met een sneeuwballen gevecht. Ik moet hem helaas teleurstellen en zoek mijn bed op voor een paar uurtjes slaap.

De Finale 28-02

CP6 –> Finish, afstand 69k, (435 –> 504)

Nog voor middernacht vertrekken we voor onze laatste uitdaging van bijna 70k. De eerste paar uren gaan prima, maar dan begint de vermoeidheid de overhand te nemen en komen de slaapaanvallen sneller en sneller en heviger en heviger. Ik word er helemaal gestoord van, ik wil gewoon liggen. Ik zoek naar plekken die geschikt lijken om te gaan liggen, maar Maarten blijft maar zeggen dat het niet kan omdat het te koud is. Ik baal ervan, maar weet dat hij gelijk heeft en ik zwalk verder achter Maarten aan. Rond een uurtje of 5 komen we langs een kleine jagershut met een bankje en kussentjes. Heerlijk even de druk van de voeten en een rookworst met mayo eten. Ik doe nog een poging om een powernap te mogen doen, maar het koelt alweer te veel af en we moeten door. Moeizaam kom ik vooruit, maar op den duur wordt het toch eindelijk licht en zijn we ineens bijna halverwege. Steeds vaker vragen we elkaar hoeveel we gelopen hebben en schreeuwen we de afstand om het tot ons door te laten dringen. Zo nu en dan pak ik mijn telefoon erbij en lees wat reacties voor van vrienden die gereageerd hebben op ons laatste update filmpje. Langzaam maar gestaag kruipen we naar de finishlijn.

En daar is ie weer, springend door de sneeuw, komt Gandhi ons tegemoet. Wendy, Thygo en Dana komen ons begroeten 20k voor de finish en ons nog even een hart onder de riem steken voor de laatste loodjes. Nog een klein stukje lopen zij mee en geven ons nog een paar knuffels voor onderweg en door! De pijn in de voeten en benen lijkt aan te zwellen en niet meer te negeren. Het naderende eind is, prettig, geweldig, treurig, onwennig, irreëel. We willen dat het voorbij is, maar willen dat ook niet. Het was zo gaaf, zo zwaar, zo onbeschrijflijk, zo intens, zo bizar, zo ver weg en zo onmogelijk, maar nu toch mogelijk!

Net na Achouffe worden we nog verwelkomd door Joost en Astrid en vastgelegd op de gevoelige plaat. Onze laatste stapjes Legends 500. Een kilometer voor de finish worden we verwelkomd en omhelst door Yvo, die de vorige dag reeds is gefinisht.

En dan is ineens  het moment daar en lopen we over het asfalt in Mormont de laatste meters naar de finish. Dana, Thygo en Wendy vergezellen ons en Thygo wil graag zijn sneeuwpop laten zien. Ik beloof hem er straks naar te komen kijken, maar moet eerst nog heel even finishen.

Gejuich en applaus, Maarten en ik lopen het talud bij de finish af en omhelzen elkaar. We did it, 504 fucking kilometers!  

Felicitaties, omhelzingen, tranen van geluk en ontroering. Tijd om naar de sneeuwpop te gaan kijken en daarna snel een biertje om bij te komen van dit waanzinnige avontuur.

We blijven hangen in de finishruimte en drinken bier tot de volgende lopers arriveren en de volgende en de volgende. Zo onwerkelijk allemaal, zo onwerkelijk ver hebben we gelopen, geef dat maar eens een plekje.

Een tocht der waanzin georganiseerd met passie, begeleid door bergen vrijwilligers met toewijding. Toegejuicht door massa’s supporters. Gelopen door een groep fantastische mensen, die stuk voor stuk het lef hadden hier aan de start te verschijnen.

Mijn dank is groot, Tim en Frederique voor het aandurven van de organisatie en het in goede banen leiden van deze monstertocht.

Beste vrijwilligers, wat hadden wij zonder jullie gemoeten. Zonder gemopper hebben jullie je vrijetijd geïnvesteerd in onze waanzin. Stuk voor stuk hartelijk dank!

Mijn lieve Wendy, Dana en Thygo, dankjulliewel voor het begrip en de steun om deze droom te laten uitkomen. Zonder steun van het thuisfront zijn wij lopers helemaal nergens.

Maarten …. Mijn dank is groot. Ik denk dat wij ondertussen zonder woorden kunnen communiceren. Dit was wel echt heel erg gaaf, wat een tocht. Dit is zo’n verhaal waar je in het bejaardentehuis nog over praat, maar niemand die je gelooft ?

Statistieken

  • Afstand: 504k
  • Hoogtemeters: Circa 15.500
  • Deelnemers: 50
  • Finishers: 27
  • Finish nummer 1, woensdag 20:40 Teun Geurts
  • Laatste finisher, zaterdag 04:29 Allan Rumbles
  • 4 vrouwen gestart, 4 vrouwen gefinisht
  • 13 Nederlanders gestart, 10 Nederlanders gefinisht
  • 18 Belgen gestart, 8 Belgen gefinisht