King Offa’s Dyke Race – “When Legends Become Kings”

King Offa leefde iets van 1.000 jaar geleden en heeft in zijn tijd een 300 km lange dijk aangelegd tussen Wales en Engeland wat de grens moest voorstellen. Van deze hele dijk zijn nog ongeveer 130 km verdeeld over de hele route bewaard gebleven. Het was vroeger ook een pad waarlangs gereisd werd en her en der zijn nog hazelnoot bomen te vinden die vroeger geplant werden om reizigers van eten te voorzien.

Het was een bewogen aanloop naar deze race… 10 weken voor de start moest ik nog even een laatste van de vier onderdelen afwerken om mijn Legends Slam te volbrengen maar dat lukte helaas niet.

Als er geen King Offa’s Dyke Race geweest was had ik waarschijnlijk nog wel even een extra 6 uurtjes eruit geperst. Het was niet dat ik het niet meer zag zitten met nog maar 6 rondes te gaan; het was dat ik met een liesblessure zat waar ik al even mee rondliep zelfs naar de fysio moest hiervoor. Ik wilde mijn KODR zeker niet in het gedrang wilde laten komen, dit was het hoofddoel voor dit jaar en ik kon moeilijk François en Marino alleen op pad laten gaan.

Het risico is niet de hersteltijd tot aan de KODR maar de tijd dat je in die periode niet veel zou kunnen trainen. Je wil min of meer het gevoel hebben dat je fit genoeg bent als je aan de start staat. Ding was ook dat ik in de voorgaande maanden al een stuk minder getraind had dan de bedoeling was door deze blessure. Mijn trainingskilometers waren in de voorgaande paar maanden gehalveerd.

Het leek mij beter om zonder blessure aan de start te staan en minder getraind dan andersom. Uiteindelijk is het toch een mentale race die het gaat worden… en of dat nu op 200 km gaat beginnen of al met 150 maakt dan ook niet meer veel uit. De spelregels boven de 200 km zijn geen onbekende meer zullen we maar zeggen. Verder hield ik me voor dat het maar 300 km was in plaats van de 350 die we vorig jaar liepen in Schotland.

Al bij al een recept om mentaal in orde aan de start te verschijnen.

Mijn trainingen schroef ik vanaf Another One Bites The Dust nog verder naar beneden maar de kilo’s waarmee ik train gaan drastisch omhoog. Geen enkele training meer onder de 6,5 kg en de weken voor de KODR zelfs op 8 kg. Anders maar gecompenseerd trainen. Straks moet ik toch 7,5 kg meesjouwen.

De dagen voor deze tripjes gaan op automatische piloot. Spullen worden al enkele dagen voor vertrek verzameld op een berg in een hoek van de woonkamer. Dag voor vertrek is het een kwestie van checklists nalopen en alles over twee tassen verdelen; je dropbag en je racepack. Doel is om de racerugzak onder de 7,5 kg te houden en de dropbag mag niet zwaarder zijn dan het maximaal gewicht voor ruimbagage in het vliegtuig.

Martino overnacht de dag voor vertrek bij mij omdat Schiphol voor hem erg uit de richting is. Hij heeft zoals gewoonlijk nog een kleine selectie bieren om ons die avond wat moed in te drinken en mijn koelkast is ook niet leeg. De volgende dag zien we François in de vertrekhal.

Dit jaar helaas geen Marek erbij… hij vond werk belangrijker dan met zijn vrienden een paar dagen op pad 😉

Martino mag bij de douane heel zijn tas leeghalen… allerlei dubieuze ultratools en batterijen en powerbanks om een heel huishouden een maand lang van stroom te kunnen voorzien.

De vlucht gaat voorspoedig en voor we het weten zitten we in Bristol ergens in een pub op Temple Meads wat vroeger een honk van de Tempeliers was. We begaven ons al in het onderkomen van voormalig ridders… nu nog 300 km rennen en we zullen koningen zijn.

In het hotel maken we nog een keer onze laatste selectie qua materialen voor ons racevest, de dropbag en de finishbag. Het is wat afwegen met de weersverwachtingen hierin meegenomen. We gaan op safe in het eerste gedeelte van de race. Onze dropbag zien we toch ongeveer elke 80 km en je kunt dan nog spullen uit je racevest halen. Het Engelse weer is altijd gevarieerd en dat merken we ook.

De start is om 20h op vrijdag avond. Het is geen massastart met 54 lopers maar toch worden we binnen 5 minuten gedoseerd losgelaten. We vertrekken droog met iets van 15’C. Die nacht daalt het kwik naar 6’C wat nog net te doen is maar het is wisselend de sleeves omhoog of omlaag… afhankelijk van of we in open vlaktes lopen of niet.

De checkpoints liggen rond de 25 tot 30 km uit elkaar wat voor ons doen erg dicht op elkaar is en zien het als een luxe dat we met enige regelmaat even binnen kunnen zitten. De nachten respecteren we onze biologische klok en liggen we gemiddeld anderhalf uur waarvan we iets van een uurtje slapen. Dit is meestal ergens op een stukje vloerbedekking of enkele stoelen zonder leuning die we naast elkaar zetten om niet op een koude vloer te liggen.

Onze checkpoint routine loopt vlot maar we haasten ons zeker niet. We weten dat rust je dubbel en dik ten goede komt in de kilometers die weer komen gaan. Zo halen we eigenlijk steeds weer iedereen in die we zien binnenkomen en weer snel zien vertrekken op de CP’s.

Regelmatig moet Martino na vertrek bij een CP nog even terug omdat hij zijn stokken vergeten is maar na verloop van tijd helpen we hem eraan herinneren.

Op den duur als we weer lopers als Paul Cunningham inhalen springen ze weer aan de kant en hebben we de bijnaam ‘The Euro Express’ al snel te pakken. Ons tempo ligt vrij hoog als we in beweging zijn maar als we rusten dan zitten we rustig een half uurtje langer dan we zouden moeten.

We weten ook dat meer rust ervoor zorgt dat je meer plezier hebt in het lopen en je ook nog serieus een goede dribbel van 7 tot 8 per uur aan kunt houden op het vlakke of vals plat naar beneden. Dat wat echt omhoog gaat is zeker niet hard te lopen maar vaak betrappen we ons er nog op dat we vals plat omhoog toch nog doordouwen.

In tegenstelling tot het Schotland tripje van vorig jaar volgen de hoogtemeters elkaar een heel stuk meer af en het is echt een paar honderd meter omhoog en weer omlaag. Soms ook echt serieus steile stukken waardoor je goed in de verzuring gaat. Ergens in het eerste gedeelte gaan we van ongeveer zeeniveau naar 700 meter over een afstand van 12 km. Dat is meteen het hoogste punt en is ook één van de mooiere stukken in het Zuiden.

Schapen staat volgens mij synoniem voor Engels landschap en lopen die beesten overal tegen het lijf. Zelfs uitgerekend op ons pad ligt er een dood schaap. Ik mocht hem niet meesjouwen van François en Martino… het zou ons teveel vertragen.

De checkpoints waren erg goed uitgerust. Erg grote variëteit aan eten en drinken en op twee punten waar we in de ochtend binnen liepen kregen we zelfs een full English breakfast. Verder waren er altijd volop noodles, tosti’s, soep en alles wat je maar nodig denkt te hebben. Op de dag dat het 25’C is zijn er zelfs volop ijsjes voor alle deelnemers.

We weten dat als je voldoende eet op de CP’s, je onderweg naar het volgende CP eigenlijk niets meer eet en de zak vol granenrepen en andere barretjes bleven in mijn tas. Ik heb er als ik mij niet vergis maar eentje ergens gegeten.

Wel had ik voor de verandering eens een paar gelletjes met cafeïne meegenomen om eventuele dipjes in de nachten wat te verlichten.

De nachten gingen snel en de dagen waren een genot om te lopen. Het landschap veranderde langzaam naarmate we meer richting het Noorden trokken. We doorkruisen veel weilanden, dorpjes, nog meer weilanden en de ene berg met mooie vergezichten maakte plaats voor andere berg met weer andere mooie vergezichten. Het mooie landschap veranderde snel genoeg om de ondertussen steeds meer aanwezige ultra-ongemakkelijkheden te onderdrukken. Pijntjes kwamen en verdwenen weer. We rouleerden de posities van onze drie-eenheid om de energie te verdelen. Degene voorop bepaalde het tempo en nam de lead in navigeren, de anderen volgden en controleerden of het navigeren wel goed ging.

Na iets van anderhalve dag lopen we midden in een weiland een bord tegen het lijf dat het middelpunt van ons avontuur moet voorstellen. Het is 88,5 mile terug naar Chepstow of nog 88,5 mile te gaan naar Prestatyn. Keuze van richting is snel gemaakt en na wat foto’s zijn we snel weer vertrokken. Al had François hier zomaar een ‘Françoitje’ kunnen maken 🙂

De Offa’s Dyke zelf is niet heel spectaculair maar het geeft je wel hier en daar nog het gevoel dat er in de afgelopen 1.000 jaar veel gebeurd moet zijn op en om dit gebied. De nodige oorlogen zijn er uitgevochten en eeuwenoude gebouwen, kastelen, rotspartijen en andere typerende zaken zoals Beacon’s Ring en Moel Famau kenmerken vervlogen tijden.

Vanaf de overblijfselen van de burgt op de hoogte berg van Moel Famau zien we overigens voor het eerst de zee aan de andere kant. Het zal alleen nog een halve dag duren voordat we daar zullen finishen.

Zo nu en dan grappen we wat over onze leeftijd. François en Martino zijn van hetzelfde bouwjaar en ik ben 13 jaar jonger J

François die sinds vorig jaar met het stempel ‘Pietertje’ rondloopt moet zo nu en dan een middagdutje doen en Martino en ik houden de wacht waarbij we zelf ook soms in slaap vallen. We hebben geen haast omdat we ver voorlopen op de cutoff tijd; een uurtje meer of minder maakt niet uit. We zijn er immers om een avontuur te beleven dat ons leven bij zal blijven.

François en ik hebben al snel in de gaten dat we wel bij elkaar zullen blijven. François doet altijd zijn eigen ding en ik wil niets forceren omdat mijn lies issue nog steeds aanwezig is. Gelukkig enkel aanwezig en niet hinderlijk. Martino daarentegen lijkt een stuk sneller te kunnen omdat hij erg goed in vorm is. Hij is helemaal over zijn schade van vorig jaar heen en heeft een erg goede voorbereiding en dito rustperiode gehad. We manen hem de eerste dag nog aan om aanstalten te maken om zijn eigen ding te doen en voor een goede positie in het klassement te gaan. Als hij zijn best had gedaan had hij wellicht een top 3 kunnen lopen. De 10e plek die we uiteindelijk lopen is ook nog prima.

Hij geeft uiteindelijk aan dat hij toch wat problemen heeft in de nachten met het inschatten van diepte van kuilen, afstand tot wortels en stenen. In de soms redelijk technische stukken kan je dat zomaar een DNF opleveren als je een misstap maakt. Na twee dagen is wel duidelijk dat hij het ook leuker vindt om samen te lopen. Gelukkig maar want we vullen elkaar prima aan.

Af en toe pakten we even een paar minuten rust ergens op een stenen muurtje om de druk van de voeten te halen en de doorbloeding weer wat op gang te laten komen. Waar François hangend op zijn rugzak tegen een muurtje zijn ogen dichtdoet en direct slaapt, dut ik weg hangend op mijn stokken. Het zijn powernaps van vaak niet meer dan drie minuten maar ze revitaliseren je weer om uren helder door te komen.

Ergens in de tweede nacht moet het zijn dat Martino zijn slaap moeilijk kan onderdrukken en droomt al lopend waarschijnlijk van een zacht matras. Herhaaldelijk geeft hij aan dat zijn voeten wegzakken in de harde ondergrond wat natuurlijk niet het geval is. Hallucinaties zijn het nog niet maar werkelijkheid evenmin.

Gedurende de race wordt de sfeer steeds primitiever en zakken we steeds verder af naar een ultramodus waarbij je wereld eigenlijk nog maar heel klein is met als hoofddoel het constante voortbewegen richting de finish waarbij je zo economisch mogelijk je energie doseert omdat je niet weet wat er allemaal nog gaat gebeuren.

Op onze tweede dag maakt het droge heldere weer plaats voor steeds meer mist die de ruimte tussen de heuvels opvult. Eindelijk hebben we waarvoor we naar Engeland gekomen zijn… de mist maakt op haar beurt plaats voor steeds meer dikke druppels en ongemerkt lopen we ineens met onze regenjassen door weer en wind. De stukken begroeiing met veel varens en brem zijn zeiknat en voelt aan alsof er iemand een emmer koud water tegen je onderlijf aan gooit als je ertussendoor loopt. In de derde nacht lopen we erg blootgesteld op een hoogvlakte die veel gelijkenis heeft met de Hoge Venen in België. Er staat veel wind en de onophoudelijke regen zorgt ervoor dat we niet eens meer de moeite doen om het tegemoet stromende water op ons smalle paadje te ontwijken. Niet veel later vertonen zich de eerste tekenen van ochtendschemer en voor we het weten lopen we weer met daglicht. De regen gaat liggen en maakt rond de middag plaats voor de zon die ons nog met 25’C een oververhitte kop bezorgd.

Die dag dat het zo warm is komt een verrassingspost verzorgd in een kerkje als een geschenk uit de hemel. Het was niet door de KODR-organisatie opgezet maar de pastoor moet ingefluisterd zijn dat er een hoop dorstige lopers voorbij zouden komen.

Gedurende de race lopen we steeds weer Simon Prytherch tegen het lijf. Pas op het laatste CP geeft hij eraan toe dat hij ons toch niet kwijt kan lopen met zijn korte CP pauzes en lijkt het hem wel leuk om samen met ons de laatste etappe te ondergaan. Het was tevens onze vierde nacht die we in zouden gaan die we maar tot rond middernacht zouden moeten doorhalen. Simon is een sterke loper met nog voldoende humor en focus om met ons mee te komen. Je wil ook niet dat er in je laatste etappe nog even iemand aanhaakt die je echt op sleeptouw moet nemen. De afgelopen dagen hadden we al veel met hem gelachen en het is leuk om hem aan boord te hebben van ‘The Euro Express’. Hij kent het KODR-parcours goed omdat hij als één van de weinigen deze race twee jaar terug ook gelopen heeft.

Als we Prestatyn binnenlopen versnellen we op aanraden van Simon nog even omdat we dan binnen de 75 uur kunnen finishen. Dit lukt uiteindelijk om de steen aan de andere kant van de route 300 km verderop af te tikken in 74h55m25s. We worden onthaald door Richard en wat anderen. Binnen in het sportcomplex kunnen we de munt die we bij de start gekregen hebben inruilen voor de welverdiende trofee.

Edgar Koster (NL) heeft zijn strijd al vroeg moeten staken maar is met de hele karavaan meegereisd en had drie grote flessen bier voor ons geregeld. Daarvoor nogmaals dank Edgar!

Gelukkig wisten we dat we waarschijnlijk geen bier konden krijgen bij de finish in de nacht dat we aan zouden komen en hadden de dag voor de race alle drie nog even snel 4 halve liter blikken bier in onze finishtas gestopt. Gelukkig maar want we hadden dorst.

Die nacht eten we nog de nodige lasagne om aan te sterken en slapen ergens in een zaaltje op ons slaapmatje. Rond 6 uur in de ochtend zijn we al weer wakker na maar iets van 4 uur geslapen te hebben. We werken onze restanten bier nog even weg en laten ons het English breakfast met alles erop en eraan goed smaken. Later die ochtend vertrekken we met de trein richting Liverpool waar we nog een nacht geboekt hebben in een hotelletje.

Het blijft die dagen een constant aanvullen van reserves en na een nacht rust vertrekken we naar het vliegveld waar wederom Martino heel zijn ruimbagage tas mag leeghalen voor een controle. Dit keer minder batterijen maar de lucht die van zijn hardloopkleding die de douane medewerker tegemoetkomt doet het lachen verdwijnen en het lijkt wel of hij in Noord-Korea onderworpen wordt aan een controle.

Ondertussen zijn we weer veilig thuis en hebben we er weer mooie herinneringen bij die ons nog lang bij zullen blijven.

De Beyond Marathon organisatie is een groep liefhebbers die een unieke sfeer hebben weten neer te zetten wat waarschijnlijk voor veel deelnemers een extra duwtje in de rug geweest is om de finish te halen. Echt een aanrader om eens een event van ze te lopen. Mij zien ze in ieder geval weer terug; bij de KODR of anders!

Groet, Maarten

Specs:
Afstand: 300 km (King Offa’s Dyke Path)
Hoogtemeters: 9.500 D+
Start: Chepstow
Finish: Prestatyn
Checkpoints: 10
Dropbag: 3 x elke 80 km
Cutoff: 90 uur
Gefinished in 74h55m25s
Gefinished: 28
Niet gefinished: 26

Hier nog een videoimpressie…

Facebook foto album: https://www.facebook.com/maarten.schon/media_set?set=a.2720687234650766&type=3