KATE 2021 – Ouderwets doorpakken zoals het hoort

En dat was het zeker! Races waar je tot het randje of verder kunt gaan zijn er niet veel en brengen je altijd weer een stapje verder… maar als je zoiets opzet samen met wat goede vrienden waarmee je het ultra strijdtoneel al heel vaak gedeeld hebt is nog veel gaver. Je weet wat je aan elkaar hebt en weet dat iedereen zich staande kan houden in het ultra geweld als het er echt op aankomt. Samen uit samen thuis blijft het devies maar het is een illusie om samen als één groep een slordige 200 km te lopen; daarvoor zijn de verschillen om allerlei redenen soms gewoon te groot.

Dit keer was na een paar kilometer wel duidelijk dat er al snel opgesplitst zou gaan worden en voor ik het weet loop ik met Wouter Huitzing en Irene Kinnegim op kop.
Ik loop wel lekker maar hou mezelf in omdat ik nog één moet worden met het gewicht van de rugzak, nog bang ben voor mijn nog aanwezige blessure en ook weet ik gewoon hoe ver 200 km nog is. 200 km gaat nooit volgens plan en je moet bereid zijn dat te accepteren en het te ondergaan zoals het komt. Ik denk dat het niet lang zal duren voordat die twee mij achter zullen laten. Ze hadden zichzelf een cutoff opgelegd omdat ze de volgende ochtend vroeg naar huis moeten voor wat familie verplichtingen.
Irene kennen we natuurlijk van haar vele overwinningen en snelle tijden op middellange afstanden. Twee weken terug heeft ze nog even een tussendoortje gedaan van 100 km in 7,5 uur. Wouter kennen we van zijn winst op de Spine 2019 Challenger, een derde plaats met de hele Spine in 2020 en nog veel andere hoge klasseringen en winst bij serieuze adventure races in binnen en buitenland. Het idee dat we uiteindelijk in deze setting een dikke 200 kilometer samen zouden lopen was nog niet geland bij hen, maar ook zeker niet bij mij.

KATE is een onderdeel van een door ons zelf gecreëerde uitdaging voor 2021. Ons zijn Marek en ik en de twee Duitsers Tim Weißbach en Björn Niehenke waarmee we veel jaren samen dezelfde ideeën hebben ontwikkeld over Ultralopen. Ze houden er zelf ook een website op na met allerlei handige info en verhalen over hun hardloopavonturen. De vier routes moeten binnen een jaar gelopen worden en ieder binnen 48 uur. Deze vier races vormen de Titanic Slam en zijn goed voor ruim 800 km ultraplezier. In de volgorde dat wij het uiteindelijk afgewerkt hebben:
LEO – 225 km
Duinhopper – 222km – 2.300 D+
The Iceberg – 160 km – 11.500 D+ in 42 rondjes
KATE – 205 km – 4.600 D+

Waar de namen van deze races vandaan komen gaat een aantal jaar terug naar de eerste Legends Trail editie van 2016. We hadden het tijdens deze editie over wat nu echt zwaar is en wanneer je op zou mogen geven. Het voorbeeld van de film The Revenant waarin Leonardo di Caprio de hoofdrol speelt ontstond. Hij is pelsjager in Alaska ergens in de 18e eeuw en wordt aangevallen door een beer maar blijft doorvechten tot de beer het aflegt aan hem. Leonardo overleeft het maar net en haalt uiteindelijke na maanden de bewoonde wereld… zijn finish. Als je wordt aangevallen door een beer heb je kans dat je race dus stopt en eerder geef je niet op.

LEO komt dus van LEOnardo en is een race die we al vier keer eerder in Brabant georganiseerd hebben voor een klein groepje. De echte LEO is begonnen met een afstand van 180 km en een cutoff van 36 uur. Elk jaar komt er 10 km bij met dezelfde cutoff. Het jaar dat er geen finishers meer zijn is het einde van dit concept. Het ligt nu helaas even stil door andere events en Corona maar de draad pakken we wel weer op in de toekomst.

De Duinhopper komt natuurlijk van het hoppen over de duinen van Hoek van Holland naar Den Helder en is een project dat in januari 2018 de eerste editie kende. Het winterse karakter van deze race is een onderdeel en daarom moet hij in de maande januari en februari gelopen worden. Al lopen nu vaak mensen hem ook in de zomer.

KATE is ontworpen door Tim en Björn en is het evenwicht van LEO.
KATE Winslet kennen we natuurlijk ook van The Titanic. Dat ze zo’n verschrikkelijke bitch kon zijn in onze versie van The Titanic wist ik nog niet. Zelf wisten Tim en Björn het volgens mij ook nog niet toen ze haar ontwierpen omdat hun eerder finish poging mislukte.

Daarmee hebben we dus de eerste ingrediënten, de twee hoofdrolspelers en de zee. Om het verhaal compleet te maken bedachten Marek en Tim de Iceberg waarop alles ten onder zou moeten gaan. We bleken te sterk voor de Iceberg en wisten ook deze 42 rondes samen goed voor 160 km en 11.500 hoogtemeters te finishen. De paden op de helling van Coo vertonen nu volgens mij nog de slijtage van ons weekendje op neer draven.

Zo is de Titanic Slam dus geboren en enkel de KATE route moest nog gelopen worden.

KATE heeft een mooie geleidelijke opbouw naar steeds afwisselender en technischer terrein. Hierbij worden de schroeven langzaam steeds verder aangedraaid tot de climax in de laatste vijf kilometer waar je werkelijk alles vervloekt wat je door Tim en Björn toegeworpen krijgt.
De route begint gemoedelijk waarbij mooie brede bospaden en soms ook lekkere stukken asfalt elkaar afwisselen. Geleidelijk worden de paden steeds smaller en wisselt het terrein steeds vaker. Na de eerste marathon kronkelen we steeds meer door het Eifel gebied langs stuwmeren wat voor veel mooie uitzichten zorgt in deze herfstperiode als de zon de bomen goud/brons kleurt.

In Heimbach op km 65 zullen we voor het eerst een mogelijkheid hebben om bij te tanken. Ik weet dat Gabrielle en Jelmer er zullen zijn omdat ze een stuk met ons mee willen lopen. Gabrielle en haar vriend Jelmer zijn een paar dagen romantisch weg. Dat romantische weekendje weg is in hun ogen dus ons drie keer opzoeken om ons vervolgens ook nog binnen te halen bij de finish. We zijn ze hier heel dankbaar voor. Het was fijn om af en toe even wat bij te vullen omdat er verder niet veel is onderweg. Een waterfilter was daarom ook onderdeel van de uitrusting.
We weten elkaar inderdaad vlak voor Heimbach te vinden in de donkere bossen en aangekomen bij de auto kunnen we ons eerste half uurtje pauze pakken bij de auto. De 20 km erna lopen ze nog met ons mee om vervolgens terug naar de auto te gaan en de anderen nog tegemoet te lopen.

Vanaf Einruhr op km 90 krijgt de race een andere wending. Het terrein wordt nu echt steeds ongemakkelijker en grilliger en een lekker ritme is ver te zoeken. Misschien begint de 8 à 9 kg materiaal ook zijn werk te doen. Richting de 100 km begint het gevoel je langzaam te bekruipen dat de Hoge Venen dichterbij komen en dat het net zich rond ons begint te sluiten. Kouder wordt het nog niet echt maar ik weet uit ervaring dat de Hoge Venen een heel andere wending kunnen geven aan het hele verhaal, en dat doet het. Na Kamp Elsenborn komen we de eerste stukken veen tegen waar graslanden en afgetrapte vlonderpaden met overhangend nat gras de overhand beginnen te nemen. De wind begint steeds meer de kop op te steken en de al uren aanwezige miezerregen met steeds hardere wind maken het dat ik helemaal in mijn element kom. Ik denk “Hier kom ik voor, dit is mijn ding” en merk dat ik steeds vaker wat uitloop op Wouter en Irene. Ik had ze al uitgelegd dat we bij de Baraque Michel een mogelijkheid hebben om ons water aan te vullen bij een buitenkraantje. Ik loop dat stuk tot aan de BM goed door omdat ik zo snel mogelijk beschutting wil tegen de regen en wind en weet dat het daar buiten onder het afdak beschut is.
Een beetje jammer dat we tot aan de Baraque Michel een makkelijkere route genomen hebben. Ik ken er nog wel een paar die je in een andere dimensie brengen. Maar goed het was de stilte voor de storm.

Voor ik het weet zit ik alleen uit de wind op het terras onder een afdak te wachten. Ik kom er aan met nog korte mouwen maar heb me al snel ingepakt omdat ik weet dat na een dagje en nachtje hardlopen de kou snel de overhand zal nemen. Het is dan 06:20 in de ochtend en nog donker. De eerste 20 uur hardlopen zitten erop. Ik moet opletten dat ze mij niet voorbij lopen omdat ze het hier niet kennen en kijk regelmatig op de trackingsite en in de duisternis om te zien of ik al hoofdlampjes zie. De andere lopers zitten ondertussen een dikke 25 km achter ons en het is onwaarschijnlijk dat ze nog op ons in zullen lopen.
Twintig minuten later verschijnen ook Wouter en Irene. Aan Wouter zie je dat hij wel vaker voor ‘koude’ vuren gestaan heeft en regelt zijn ding ook gewoon op automatische piloot. Aan Irene kun je zien dat ze dit niet veel meegemaakt heeft en heeft het erg koud. Ze is wat minder geroutineerd in deze situaties maar na er het nodige dons en regenkleding omheen gewikkeld te hebben trekt ze weer wat bij. We moeten hier niet te lang blijven zitten. In beweging blijven is key in deze situaties en we vertrekken nadat we ons vocht aangevuld hebben.

Regenbroeken zouden op het eerste gezicht misschien nog niet direct nodig zijn maar ik ken het gebied en weet wat er vanaf nu komen gaat… na 500 meter vanaf de Baraque Michel duiken we echt het veen in, aanhouden dus die lange regenbroeken. Hoog nat gras en veel zeiknatte zompige veen stukken gaan de komende kilometers ervoor zorgen dat we het zeker niet droog gaan houden. Geleidelijk begint de nacht plaats te maken voor dag. Het voelt altijd weer als thuiskomen in deze heerlijke uitzichtloze kille stille ellende van de Hoge Venen, vooral de nachten waar alles nog eens verstrekt wordt is een avontuur. De spelregels zijn simpel hier en je vergeet echt even je reguliere leven.

Net voorbij de Hoge Venen op kilometer 145 lopen we vast tegen een poort die de weg blokkeert en waar we met geen mogelijkheid over of doorheen kunnen. Temeer ook om de waarschuwingsborden die eraan hangen. Zelfs naast de poort zijn geen doorgangen te vinden. Na wat in- en uitzoomen op de handheld gps bepalen we een alternatieve route eromheen. Later blijkt dat we gewoon dwars door hetzelfde gebied gaan maar dan anders aangevlogen. Deze exercitie kost ons ruim een uur extra.

Na een dikke 10 km door de venen en het stuk dat we om moesten lopen draaien we richting Lac de la Gileppe met het grote stenen beeld van de leeuw midden op de stuwdam.

Irene is nu al ruim 100 km in een enorm gevecht met haar rugzak die op haar rechter schouder aan het insnijden is. Ze lijkt wel een oude dame, zo scheef loopt ze en het begint echt pijn te doen als je het aan haar getekende gezicht mag aflezen. Een gezicht waaraan zo nu en dan toch ook nog steeds een greintje genot en plezier af te lezen is. Het zijn niet de ondernemingen die ze veel vaker gedaan heeft geeft ze zelf al aan.
Als we in Eupen op km 163 zijn is het ondertussen tijd geworden om een fatsoenlijke break te nemen. We hebben tot daar misschien twee keer een half uurtje pauze gepakt ergens bij een auto. Als het aan Wouter had gelegen nog minder 🙂 . Van Wouter heb ik een nieuwe term geleerd ‘actieve rust’. Het komt erop neer dat je niet blijft hangen bij een CP maar je spullen snel in orde maakt om vervolgens rustig lopende je eten en drinken weg te werken. In mijn optiek maken een paar minuten extra niet uit en is ‘niet actieve’ rust ook prima. Maar het is ook wel eens leuk om de druk erop te houden.

In Eupen is het even zoeken naar een tent om wat voer te krijgen. Het centrum toont nog de nasleep van de recente overstromingen. Veel woningen en winkels zijn nog dichtgetimmerd maar het belangrijkste van een dorp, de kroeg en een snackbar, hebben de deuren open. In precies een uur vullen we alles bij en knagen een pasta weg.

Vanaf Eupen draaien we richting de Wesertalsperre keren we terug richting de venen die 10 km verderop liggen en waar ons weer een zompige ondergrond wacht. Als we een smal vlonderpad opdraaien weet ik ineens heel goed waar we zijn. Ik ken dit stuk erg goed en weet dat we in het stuk van 10 km tot Raeren enkel maar boomwortels, rotsen, gladde natte stukken en brandgangen door bossen moeten ondergaan. Wouter en ik wisselen het voorop lopen af met Irene meegetrokken in ons kielzog. Ze lijkt het steeds zwaarder te krijgen en we helpen haar zo nu en dan herinneren rechter te lopen. ‘Mooie training’ roept ze dan om vervolgens in haar kleine ultra wereldje terug te keren. Het gevecht met de rugzak, vermoeidheid, terrein en uitzichtloosheid is nu haar wereldje en wij mogen daar onderdeel van zijn. “Tering wat is dat mens hard en wat kan ze diep gaan” denk ik zo nu en dan.

Gabrielle en Jelmer hebben hun auto geparkeerd op km 185 en zijn ons een stuk tegemoet gelopen om vervolgens drie kilometer met ons terug te lopen. Beiden hebben normale kleding aan omdat ze later zelf in Aachen nog ergens iets zouden gaan eten. Gabrielle rent in haar rokje, donsjasje en nette schoenen net zo handig tussen de boomwortels door alsof ze haar Montane outfit aan heeft. Jelmer ontlast Irene door een paar kilometer de rugzak van haar over te nemen. Hij begint na een paar maanden en na een paar events bijgewoond te hebben misschien wel een beetje door te krijgen wat onze manier van ultralopen is. Dat het meer is dan alleen maar wat sporten en afzien ziet hij wel in en als triatleet vindt hij het toch ook wel interessant. Aangekomen bij hun auto kunnen we even wat zaken optoppen, bananen en chips eten en rusten een paar minuten. Op dit punt heeft Wouter zelfs even geen haast meer. Als we vertrekken bij de auto lopen we direct weer een brandgang in waar je over een door wilde zwijnen grof omgewoelde grasstrook loopt. Je enkels knikken alle kanten op.

Vanaf Raeren is het nog een slordige 13 kilometer en we hopen stiekem dat het terrein wat vriendelijker zal worden. Maar Tim en Björn kennende zal het echte venijn in de staart van de route zitten. We rekenen nog steeds met een kleine 7 km per uur maar als mijn horloge de 5 km laptime aangeeft van 1 uur 13 minuten beseffen we dat het bushwacken en de vele kleine heuveltjes dwars door bossen op en af ervoor zorgt dat het zomaar een uur langer gaat duren voordat we in Aachen zijn. Het regent steeds meer en als we op een gegeven moment vastlopen in een stuk bos vervloeken we Tim en Björn nog meer. Ik weet dat we waarschijnlijk door onoplettendheid vastgelopen zijn omdat dit het trainingsterrein is waar ze elke week zelf lopen; paden moeten er zijn.
Op één van de laatste hellingen waar we dwars door een bos recht omhoog moeten, voel ik door de extra druk op mijn tenen de huid loslaten. De ruim 30 uur non-stop door ploeteren met natte poten eist zijn tol. We moeten dan gelukkig nog een paar kilometer waarvan de laatste over het asfalt.

Bij een verlaten half duister parkeerplaatsje waar we een kleine twee dagen eerder gestart waren staan Gabrielle, Jelmer en François onder een lantaarnpaal om ons binnen te halen. Geen grote feestelijke finish entourage maar enkel een paar mensen die het verlossende gevoel van een ultra finish begrijpen. Met dit soort ultra’s valt er weinig te vieren… je bent leeg en kapot en wacht tot de bubbel waarin je zit klapt en je weer landt op aarde. En daar sta je dan op straat met zijn drieën en drie toeschouwers.

Wouter • Maarten • Irene

Irene is ondertussen één geworden met haar rugzak en heeft nog niet meteen door dat ze de last van haar schouders mag gooien. Voor de finish foto leunt ze half op mij omdat ze niet meer recht kan staan.

We zijn alle drie blij om onze eigen reden.
Irene omdat ze een goede les in kou meegemaakt heeft, heel lang heel diep gaan, pittig terrein en haar materiaal ten volle heeft kunnen testen voor haar Spine avontuur en de Legends Trail over een paar maanden. De rugzak gaat in ieder geval de prullenbak in.
Wouter zegt weinig, hij heeft afgezien en genoten maar is er gewoon helemaal klaar mee en is blij dat hij op tijd in de ochtend terug kan zijn voor zijn verjaardag afspraak thuis.
En ik ben zelf heel erg blij omdat mijn peesplaat blessure na maanden ellende over lijkt te zijn en ik weer eens lekker heb kunnen doorpakken in een gebied en onder de omstandigheden die mij passen.

We wisselen wat woorden en kruipen in onze auto’s en kleden ons om. Heel fijn dat we zo snel gelopen hebben maar nu moeten we wachten tot de rest ook binnen is en het wordt dus een nacht doorbrengen in de auto. Ik drink met François nog even een paar biertjes maar dan gaat bij mij het licht uit en slaap ik enkele uren.

Uiteindelijk zijn het 213 km geworden door wat missertjes en omdat we om een afgesloten stuk moesten navigeren. We wisten dit in 36 en een half uur weg te tikken. De anderen zijn opgesplitst in groepjes van drie en twee en komen 8 tot 9 uur later aan. François heeft helaas het bijltje erbij neer moeten gooien op km 135 nadat hij twee keer door zijn enkel gegaan is.

KATE was weer een avontuur dat de boeken in kan. Dit is voor mij ultra. Het einde halen maar nog niet meteen beseffen wat we weer hebben klaargespeeld. Het moet dan nog even landen en een plekje krijgen.

Andere finish teams…