Bello Gallico 2018, een race om te racen

Hoe ze het steeds voor elkaar krijgen dat de weersomstandigheden altijd weer erg winters zijn tijdens de races in december en maart weet ik niet, maar het lukt aardig. De Bello Gallico van afgelopen weekend was er weer zo eentje. De vooruitzichten de dagen ervoor wezen op winters weer met temperaturen van wel -4’C en kans op neerslag. Uiteindelijk trok dit iets bij naar -1’C maar nog steeds is dit best koud op de grote open vlaktes rondom Oud-Heverlee waar als het windstil is toch waait.

De Bello Gallico is een ultra race van 160 km waarbij je twee keer hetzelfde rondje loopt, de eerste met de klok mee en de tweede tegen de klok in. Het terrein is redelijk vlak maar is wel continu vals plat naar boven of naar beneden en de ondergrond is niet al te ingewikkeld. Alles is dus hard te lopen en zijn prima ingrediënten voor een snelle 100-miler.
Twee jaar geleden heb ik deze race ook al eens gelopen. Toen het grootste gedeelte met Pascal Poulain en heb toen een voor mijzelf prima tijd neergezet.
Dit jaar was mijn doel de tijd van 2016 iets aan te scherpen maar dat dit met 1 minuut zou zijn bedenk je echt niet.

De Bello Gallico zat eigenlijk helemaal niet in de planning. Ik dacht dat ik al genoeg gelopen had dit jaar maar toen ik twee weken geleden de deelnemers lijst zag wist ik dat ik wilde meelopen. Te veel mensen die ik ken en kan het niet aan me voorbij laten gaan als enkel maar vrijwilliger wat eigenlijk in de planning zat.

Als ik aankom die vrijdag namiddag ben ik één van de eersten. Ik kreeg het verzoek van Tim om nog even een berg oranje signaleringslampen ergens op te halen onderweg naar Oud-Heverlee en wilde niet pas ’s avonds aankomen. Die dingen moesten natuurlijk nog ergens op het parcours neergezet worden… kofferbak van de auto lag vol.

Toevallig komen Dennis Stoutjesdijk, Olav Sammelius en Frank Harreman ook binnenlopen en we eten om de hoek nog even een pizza en biertje. Later bij de start/finish locatie ook nog wat de Legends pot schaft en dat is altijd goed. Dit keer pasta met vers gemaakte goed gevulde saus. Twee keer avondeten kan geen kwaad voor zo’n loopje.
We zijn verstandig en kruipen om 20h in onze slaapzakken. Ieder zoekt een eigen plekje ergens in het gebouw. Het is een wat rumoerige nacht en de wekker gaat om 3h ’s nachts waarna ieder zijn zaakjes verder in orde maakt. Slapen heb ik nauwelijks gedaan.
Ik luister nog even half naar de breefing van Tim maar vang enkel de Franse fragmenten op. Zal wel goedkomen… iets in de strekking van 160 km hardlopen, twee rondjes, twee kleuren pijltjes volgen, succes toegewenst en naar buiten voor de start.

Buiten aangekomen zoeken we ons plekje ergens vooraan bij de start. Het idee was om vooraan te starten en mee te rennen met Teun, Ivo, Nico, Benny en nog wat van die echte hardloopmafkezen die altijd wel vooraan lopen of winnen. Hoever we het vol zouden houden wisten we nog niet.
Ik loop samen met Marek de eerste kilometers. Het lijf voelt comfortabel met het tempo dat we aanhouden maar volgens mij net een tandje te snel voor Marek. Ik maak me geen zorgen om hem… hij moet altijd eerst even 100 km of zoiets warmdraaien. Daarna loopt hij ineens weer naast je of zie je hem op een checkpoint en gaat het feestje gewoon verder.
We lopen in het begin nog een stuk met Rinus Holvoet. Hij heeft nog niet zo lang geleden een ongeluk gehad waarbij hij door een auto van zijn fiets gereden is en loopt nu met een stuk titanium in zijn schouder. Omdat het nog niet goed genezen is loopt hij ipv met een racevest maar gewoon met een heupgordel voor de essentiële dingen.

Ergens tussen CP1 en CP2 raak ik Marek kwijt maar loop ergens verderop in een stuk bos Rinus Holvoet, Teun Geurts en later ook Nico van Muelder tegen het lijf.
Van dit groepje blijven Nico, Teun en ik over. We buffelen steady door met een tempo dat ergens rond de 10/h ligt.
Teun en Nico hebben als doel om voor middernacht terug te zijn om zo nog aan de start te kunnen staan van de 80 km. Naar mijn mening houden ze wat in maar het tegendeel beweren ze. De kou eist ook wel een beetje zijn tol. Veel energie gaat naar de motor om het lijf warm te houden… de rest gaat naar de benen en die hebben ook nog best wat nodig. Rust pakken we nauwelijks, op soms enkele passen even stevig door wandelen na dan als het ligt omhoog gaat, al zijn dat vaak niet meer dan tien passen. Net voldoende om weer wat extra zuurstofrijk bloed richting de benen te stuwen of om even snel wat te drinken. Die paar passen zijn vaak net weer genoeg om de nodige kilometers door te bikkelen. Langzamer gaan heeft ook weinig zin omdat dan de koude wind de kans krijgt om toe te slaan. In beweging blijven en warm blijven is het devies vandaag! Om de ongeveer 20 km is er een verzorgingspost waar Teun en Nico meestal na 10 minuten weer klaar staan om te vertrekken. Ik weet dit dan vaak nog even te op te rekken naar 15 minuten maar merk toch wel dat ze niet de types zijn die relaxed kunnen lopen.


Zo nu en dan branden de benen van het onafgebroken doorbeuken op de best harde ondergrond. Het is niet bepaald je relaxte trailrun over mooie slingerende afwisselende bospaadjes. De Bello Gallico is een race om hard te lopen en om te zien wat je waard bent op de 100-mile afstand. Een trailrun mag je het eigenlijk niet noemen. Daarvoor moet je bij de Great Escape zijn.

Teun zijn vader staat regelmatig ergens langs de weg om ons aan te moedigen maar weinig aandacht krijgt hij niet van ons. Het is meer elkaar al lopend begroeten. We lopen op een straks schema zullen we maar zeggen. Leuk om hem zo vaak te zien onderweg. Ik snap nu dat Teun de Legends Trail zonder GPS uit loopt… zijn vader staat gewoon op elke kruising

Als we op een gegeven moment een droog bankje tegenkomen is er dan toch het moment dat we even twee minuten de druk volledig van onze benen halen om ze vervolgens weer volledig in het rood door te laten draaien. Het was ook het enige rustmomentje buiten de 6 verzorgingsposten en het halverwege punt waar we onze dropbag hadden staan.
Twee kilometer voor het keerpunt halverwege in Oud-Heverlee komen we Ivo Steyaert al weer tegen. Hij loopt op kop en zit dus 4 km en een pauze voor ons. Dat is dus ongeveer dik een uur voor ons. Al snel volgen er meer en we beseffen dat we zelf ook redelijk op positie lopen. Ergens top 10 is het zeker.
Het haverwege punt in de sporthal waar we gestart zijn en later weer zullen finishen nemen we 45 minuten pauze. Ik trek een droge set kleren aan, eet een goed vol bord eten, plak nog wat gevoelige plekken af op mijn voeten en prik wat kleine blaartjes weg want kleine blaartjes kunnen al snel grote wonden worden als je ze negeert.


Voor ik er erg in heb zijn we al weer onderweg voor de tweede ronde en het blijft in hetzelfde tempo doorgaan als we al die tijd al gedaan hebben. Vlak voor het voorlaatste checkpoint valt Nico af en toe wat terug en als ik samen met Teun binnen loop op het 120 km checkpoint duurt het nog wel een paar minuten voordat Nico er is. Voor mij gaat het ook wel hard maar voor hem is het ver klaar. Nico geeft al snel aan dat hij wat langer nodig heeft om bij te komen. Zijn energielevels zijn tot onder het nulpunt gedaald en loopt al een tijdje op een lege tank.
Teun en ik vertrekken na iets van 10 minuten en ongeveer 10 km voor het laatste checkpoint op 140 km krijg ik het wat zwaarder en heb moeite het tempo bij te houden. Een aantal keer maan ik Teun om zonder mij verder te gaan die laatste kilometers. Hij moet zijn schema vasthouden om op tijd binnen te zijn voor de derde ronde en wil nog een klein uurtje pauze kunnen nemen.
Steeds als Teun wat uitloopt op mij loop ik het gat wel weer dicht en uiteindelijk komen we samen binnen op de laatste verzorgingspost op 140 km. Ik heb het bij kunnen houden maar nu is het mijn beurt om even wat langer te blijven zitten. Teun vertrekt al weer snel en ik blijf een kwartiertje langer hangen. Mijn maag speelt niet mee en ik krijg eten niet echt goed weg. Erin proppen dan maar want zonder voer ga je niet ver komen. Ik krijg van Ingo een tosti en hap nog wat extra plakken kaas weg.
Ik weet dat het nu elk moment kan gaan regenen en trek alles aan wat ik nog bij me heb. Ik zit binnen en de kou zit al goed in mijn lijf. Misschien toch iets te dun gekleed geweest deze dag. Te warm wil je je ook niet kleden omdat je dan weer te veel vocht verliest en het dan nog kouder kunt krijgen.
Ik heb nog een oud half nat lang shirt in mijn racevest zitten en trek die ook nog aan. Daaroverheen mijn windjack en regenjack. Moet genoeg zijn voor de laatste 20 kilometer waarvoor natte sneeuw en regen verwacht wordt. Inderdaad als ik naar buiten stap zie ik al gauw de eerste witte stipjes in mijn hoofdlamp bundel voorbijschieten als vallende sterretjes. Ik drink al lopend mijn koffie nog snel op en moet nog even mijn weg zoeken. Maar al snel zit ik weer in mijn ritme. Ik loop een tandje langzamer maar niet heel veel langzamer dan voorheen. Het kwartiertje extra heeft me goed gedaan. Het aftellen van de kilometers is begonnen maar gaat voor mijn gevoel niet snel genoeg. De winterse neerslag wordt als maar erger en snel is het serieus aan het regenen/sneeuwen. Gelukkig had ik mijn regenjack al aangetrokken toen vertrok van het laatst CP en hoef ik niet nog ergens te stoppen om me aan te kleden. In mijn cocon douw ik ritmisch door met af en toe een stukje afgewisseld met wat langzamer lopen. Ik kom onderweg nauwelijks nog lopers tegen en het is wel lekker om even alleen te lopen. Koud heb ik het niet meer. Het kwartiertje extra heeft me goed gedaan. Zo zie je maar dat een kwartiertje extra je soms ten goede kan komen en je vaak weer dubbel terug haalt in tijd.

7 km voor de finish twijfel ik of ik wel goed loop. De pijlen wijzen me naar links maar mijn gevoel geeft aan dat ik naar rechts moet. Het spandoek dat ik zie als ik terugloop naar waar ik vandaan kom geeft aan dat de 160 naar zowel rechts als links zou kunnen gaan. Misschien is het voor iemand die nog niet bijna 19 uur gelopen heeft heel duidelijk, maar voor mij dan even niet. Toch voor de zekerheid even snel Stef bellen en hij neemt gelukkig op. Ik hoef weinig te zeggen en hij zegt dat ik rechtsaf moet. Als ik die richting in ga zie ik het ook ineens op mijn horloge. Er moet nog even een lus van 7 km gelopen worden terwijl de finish hemelsbreed misschien maar 500 meter daar vandaan ligt. Die 7 km gaan vrij vlot en ik kan het volhouden om het tempo hoog te houden en tot de laatste kilometer alles hard te lopen. Voor mijn gevoel zit ik weer op de 10/h die ik eerder liep.
Eenmaal binnengekomen en mijn medaille opgehaald op het podium zoek ik Teun op die zich verder in orde maakt om zijn derde ronde in te gaan. Wat een mafkees… in dit weer nog even naar buiten stappen voor nog een ronde. 240 km hardlopen is leuk maar dan niet een paar keer over hetzelfde rondje.
Als hij vertrokken is trek ik wat warme droge kleren aan en ga ik even op een matrasje liggen. Slapen gaat niet echt omdat ik nog te actief ben in mijn kop en mijn lijf denkt nog dat we aan het hardlopen zijn. Even later als ik net wat wegdoezel hoor ik ineens ver weg Teun praten. Hij blijkt na 14 km ermee gestopt te zijn. Het is niet zijn dag om dit kunstje nog even erachteraan te doen. Ik vond het al een nobel streven om deze klus nog aan te gaan.

De race zat er nu echt op voor ons. Van Nico is niets te bekennen en van de trackingsite is ook niet echt op te maken waar hij ergens uithangt. Hij zou nog steeds op het voorlaatste CP zijn waar hij wat langer zou blijven zitten. Hem kennende zal hij niet gestopt zijn maar in stilte gewoon doorgegaan zijn tot aan de finish. Moeten nog een paar zware kilometers geweest zijn voor hem denk ik zo.

Pas bijna op het einde van de race hoorden we dat Marek uitgestapt was na ongeveer 90 km. Hij kreeg problemen met zijn knie. Niets voor hem en uitstappen dit doet hij normaal gesproken niet en zal dus wel niet lekker gezeten hebben. Normale ultrapijntjes zijn te herkennen en te te overzien. pijnmanagement noemen ze dat. Maar een knie heb ik ook ooit problemen mee gehad in een race en was voor mij toen ook een reden om de race af te breken. We dachten gedurende de race serieus dat hij waarschijnlijk maar een uurtje achter ons zou liggen.

Je verzint het niet maar ik loop deze 2018 editie echt één minuut sneller dan die keer dat ik hem in 2016 liep.

In 2016 was de tijd 19:31 en in 2018 dus 19:30.
In 2016 was ik 5e en in 2018 ben ik 6e geworden.

Dit jaar zijn er 158 lopers gestart waarvan er 103 de finish maar gehaald hebben. Het bewijst maar weer dat je deze Bello Gallico, wat een relatief eenvoudige race doet lijken, toch zeker niet moet onderschatten; het is een harde race waar het kaf van het koren gescheiden wordt.

Ik ga niet iedereen persoonlijk bedanken voor dit mooie weekend omdat ik anders weer mensen ga vergeten maar Teun en Nico jullie in ieder geval bedankt voor de fun onderweg. We waren een goed team!

Groet, Maarten